Definitie
Als de radiculaire pijn na een HNP-operatie blijft bestaan kan deze door een lesie en/of disfunctie van de desbetreffende zenuwwortel veroorzaakt worden. Dit is de definitie van het "Failed Back Surgery Syndrome".
Volgens de classificatie van de International Association for the Study of Pain (IASP) wordt lumbale radiculaire pijn gedefinieerd als pijn die waargenomen wordt als afkomstig van het onderste lidmaat en veroorzaakt door ectopische activatie van nociceptieve afferente vezels in een spinale zenuw of zijn wortels of andere neuropathische mechanismen. Deze definitie houdt toch een moeilijkheid in omdat ectopische activatie zelden of nooit kon worden aangetoond in een klinische setting.
Lumbale radiculaire pijn moet onderscheiden worden van lumbale radiculopathie. Bij deze laatste aandoening is er een objectief verlies van de sensorische en/of motorische functie. Radiculaire pijn en radiculopathie zijn geen synoniemen, alhoewel deze termen in de literatuur door elkaar gebruikt worden.
Radiculaire pijn is een symptoom dat veroorzaakt wordt door ectopische impulsvorming, terwijl radiculopathie ook neurologische tekenen omvat zoals bijvoorbeeld sensorische of motorische veranderingen. Beide aandoeningen kunnen tezamen voorkomen.
Etiologie
Vernauwing van het intervertebrale foramen, discus intervertebralis herniatie en radiculitis te wijten aan arteritis, infectie, of inflammatoire exudaten.
Klachten/verschijnselen
Lumbale radiculaire pijn wordt gekenmerkt door pijn in de rug die uitstraalt over de achterzijde van het bovenbeen via de kuit naar de voet. De uitstraling volgt een specifiek segmentaal patroon.
Pijn vanuit verschillende dermatomen kan overlappen en er is geen specifieke regio van het been die kenmerkend is voor een bepaald segment. Radiculaire pijn is niet gelimiteerd tot een bepaald dermatoom en kan waargenomen worden in alle structuren die door de aangetaste zenuwwortels geïnerveerd worden, zoals spieren, gewrichten, ligamenten en de huid.
Diagnostiek
Lichamelijk onderzoek
Zoals voor de meeste pijnsyndromen is er tot op heden geen gouden standaard om de diagnose van lumbale radiculaire pijn te stellen. Om die reden wordt een diagnose gesteld op basis van een combinatie van anamnese, klinisch neurologisch onderzoek en aanvullende diagnostiek.
Het neurologisch onderzoek omvat het testen van de sensibiliteit, kracht en peesreflexen.
Radiculaire prikkelingsproeven zijn: Lasègue gecombineerd met cervicale flexie, anteflexie gecombineerd met cervicale flexie en de Bragard test.
Aanvullend Somatische Diagnostiek
- Beeldvormingstechnieken (MRI),
- Elektrofysiologische onderzoeken (EMG)
- Segmentale selectieve diagnostische proefblokkades
Aanvullende Psychocognitieve Diagnostiek
- RAND-36 (kwaliteit van leven)
- VAS-Pijn (max.,min, actueel, gemiddeld/week)
- TSK (bewegingsangst)
- PCS (catastroferen)
- HADS (angst en depressie)
Behandeling
Multidisciplinaire Behandeling
Op grond van de diagnose wordt al dan niet een somatische behandeling geïndiceerd en op basis van de bevindingen bij de aanvullende psychocognitieve diagnostiek kan een indicatie gesteld worden voor aanvullende diagnostiek dan wel voor een multidisciplinaire behandeling.
Niet-Somatische Behandelingen
- Psychologische Begeleiding
- Psychiatrische Behandeling
- Cognitief-Gedragsmatige Behandeling
- Revalidatie Behandeling
Somatische Behandelingen:
Farmacologische behandelingen:
- Niet-steroïdalachtige anti-inflammatoire middelen (kortdurend).
- Anticonvulsiva: carbamazepine, oxcarbazepine, gabapentine en pregabaline.
Interventionele pijnbehandelingen:
- Epidurale interlaminaire corticosteroïdtoediening
- PRF-behandeling dorsal root ganglion - DRG
- Ruggenmergstimulatie