Sarcoïdosis:

is een ziekte waarbij spontaan ontstekingen ontstaan in verschillende organen en weefsels van het lichaam. Bij zo'n ontstekingsreactie worden grote hoeveelheden witte bloedcellen (ook wel afweercellen of leukocyten genaamd) gemaakt die zich ophopen. Deze ophopingen worden granulomen genoemd. In het meest ernstige geval vormt zich littekenweefsel op de plaats van de granulomen. Dit littekenweefsel en ook de aanwezigheid van grote aantallen granulomen kunnen er toe leiden dat organen niet meer goed werken. In dit geval heeft de patiënt vaak klachten die langdurig blijven bestaan. Sarcoïdose komt het meest voor in de longen, de lymfeklieren, de huid, de ogen en de gewrichten. Af en toe is het hart of het zenuwstelsel aangedaan. In deze gevallen spreekt men over, respectievelijk cardiale sarcoïdose of neurosarcoïdose.

Sacro-iliacaal gewricht:

is het gewricht tussen het heiligbeen en een van de bekkenbotten. Het zit net boven de billen ongeveer waar links en rechts kuiltjes in de rug zitten.

Sclerodermie:

is een ziekte waarbij bindweefsel (in de huid) door een ontstekingsproces tot verharding komt. Er zijn twee vormen van sclerodermie, een lokale alleen tot de huid beperkte vorm en een systemische vorm waarbij ook inwendige organen aangedaan zijn. 
Bij sclerodermie kunnen grote delen van de huid of alleen de vingers worden aangetast. Wanneer de ziekte voortschrijdt, wordt de huid strak, glimmend en donkerder dan normaal. De gezichtshuid wordt strakker en maskerachtig, hetgeen soms een onvermogen tot gevolg heeft de gelaatsuitdrukking te veranderen. Er verschijnen spinnenbloedvaatjes op de vingers, borst, gezicht, lippen en tong. Op de vingers, bij de gewrichten en op andere botdelen van het lichaam kunnen uit calcium bestaande bobbels ontstaan. De overgang van de slokdarm naar de maag wordt meestal door littekenvorming beschadigd. De beschadigde slokdarm kan het voedsel niet voldoende naar de maag brengen.

Sinussen:

zijn holten in het bot zoals de schedel waarin de voorhoofdsholten en de kaakholten zitten.

SLE:

is de afkorting van Systemische Lupus Erythematodes en is een aandoening waarbij de afweer zich tegen de eigen cellen (bouwstenen van het lichaam) keert. De afweer beschermt het lichaam met behulp van antistoffen tegen ziekteverwekkers. SLE is een ziekte waarbij antistoffen zich tegen het bindweefsel keren. Door de ziekte kunnen verschillende delen van het lichaam worden aangedaan zoals ontsteking van gewrichten, nieraandoeningen, bloedarmoede, zweertjes in mond-, keel- en neusholte, roodheid in de vorm van een vlinder op de neus en wangen, rode plekken op de huid en overgevoeligheid voor zonlicht.

Slijmbeurs:

wordt ook wel bursa genoemd en betekent letterlijk tasje. In slijmbeurzen zit een soort glijmiddel dat er voor zorgt dat de slijmbeurs, die bijvoorbeeld in schouder zit, het glijden tussen een pees en bot soepel verloopt.

SSEP:

is de Engelse afkorting van somatosensible evoked response en staat voor een onderzoek waarbij gekeken kan worden hoelang een prikkel die op de huid wordt gegeven erover doet om de hersenen te bereiken.

Stimulator:

is een ander woord voor pacemaker (zie pacemaker) en is een soort batterij die een stroompje afgeeft om bij voorbeeld het ruggenmerg te stimuleren om de pijn te verminderen.

Syndroom:

is een verzameling van klachten en symptomen die veel tegelijkertijd voorkomen en waarvan men de oorzaak niet weet.

 
Sluit de enquête